onderafdeling [v], onderdeel (mv. onderdelen), vertakking {zn.} branchement [m] (le ~)
fourchette [v] (la ~)
subdivision [v] (la ~)
deel, gedeelte, onderdeel (mv. onderdelen), stuk, part {zn.} partie [v] (la ~)
part [v] (la ~)
portion [v] (la ~)
contingent
Mag ik nog een stuk taart hebben?
Puis-je avoir une autre part de gâteau ?
Hij nam niet deel aan de discussie.
Il ne prit pas part à la discussion.