Vertaling van polsen
						Inhoud:
						
Nederlands
Frans
loden, peilen, polsen, sonderen, vademen, vissen naar {ww.}
sonder
wij polsen
jullie polsen
zij polsen
nous sondons
vous sondez
ils/elles sondent
			 					» meer vervoegingen van sonder
		 					
pols (mv. polsen), polsstok {zn.}
perche