Vertaling van uitdoen

Inhoud:

Nederlands
Frans
blussen, doven, uitblussen, uitdoen, uitdoven, uitmaken {ww.}
éteindre 

ik zal uitdoen
jij zult uitdoen
hij/zij/het zal uitdoen

je éteindrai
tu éteindras
il/elle éteindra
» meer vervoegingen van éteindre

Kan je het licht uitdoen?
Peux-tu éteindre la lumière ?
Je kan maar beter het licht uitdoen voordat je gaat slapen.
Vous devriez éteindre la lumière avant d'aller dormir.
afdoen, afleggen, afzetten, uitdoen, uitkrijgen, uittrekken {ww.}
enlever 

ik zal uitdoen
jij zult uitdoen
hij/zij/het zal uitdoen

j'enlèverai
tu enlèveras
il/elle enlèvera
» meer vervoegingen van enlever



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Kan je het licht uitdoen?

Peux-tu éteindre la lumière ?

Moet ik hier mijn schoenen uitdoen?

Dois-je ôter mes chaussures, ici ?

Je kan maar beter het licht uitdoen voordat je gaat slapen.

Vous devriez éteindre la lumière avant d'aller dormir.


Gerelateerd aan uitdoen

blussen - doven - uitblussen - uitdoven - uitmaken - afdoen - afleggen - afzetten - uitkrijgen - uittrekken