Vertaling van verbinden

Inhoud:

Nederlands
Frans
verbinden, zwachtelen, inzwachtelen, omzwachtelen {ww.}
bander 
panser 

wij verbinden
jullie verbinden
zij verbinden

nous bandons
vous bandez
ils/elles bandent
» meer vervoegingen van bander

aansluiten, verbinden {ww.}
aboucher
connecter 

wij verbinden
jullie verbinden
zij verbinden

nous connectons
vous connectez
ils/elles connectent
» meer vervoegingen van connecter

aan elkaar vastmaken, verbinden {ww.}
rellier
allier 

wij verbinden
jullie verbinden
zij verbinden

nous allions
vous alliez
ils/elles allient
» meer vervoegingen van allier

bijeenbinden, samenbinden, verbinden {ww.}
réunir 
joindre 
relier 
associer 

wij verbinden
jullie verbinden
zij verbinden

nous réunissons
vous réunissez
ils/elles réunissent
» meer vervoegingen van réunir

aansluiten, binden, vastbinden, vastmaken, verbinden {ww.}
nouer 
relier 
attacher 

wij verbinden
jullie verbinden
zij verbinden

nous nouons
vous nouez
ils/elles nouent
» meer vervoegingen van nouer

agglutineren, doen samenkleven, samenplakken, verbinden {bn.}
agglutiner