Vertaling van verschiet

Inhoud:

Nederlands
Frans
verschiet, verte {zn.}
lointain  [m] (le ~)
doorkijk [m], perspectief, prospect, verschiet, vooruitzicht [o] {zn.}
perspective  [v] (la ~)
toekomende tijd, toekomst, verschiet {zn.}
futur  [m] (le ~)
avenir  [m] (l' ~)
Je moet je voorbereiden op de toekomst.
Vous devriez vous apprêter pour le futur.
Deze problemen zullen in de nabije toekomst worden opgelost.
Ces problèmes seront résolus dans un proche avenir.
vallen, afvallen, neervallen, verschieten {ww.}
tomber 
s'abattre 
Ik ben bang om te vallen.
J'ai peur de tomber.
Ge hebt uw zakdoek laten vallen.
Tu as fait tomber ton mouchoir.
bleek worden, tanen, verbleken, verschieten {ww.}
pâlir 

ik verschiet
jij verschiet
hij/zij/het verschiet

je pâlis
tu pâlis
il/elle pâlit
» meer vervoegingen van pâlir