Vertaling van vliet

Inhoud:

Nederlands
Frans
beek [v], wetering [v], kreek [v], vliet [m] {zn.}
ruisseau  [m] (le ~)
lopen, stromen, vlieten, vloeien {ww.}
couler 

hij/zij/het vliet

il/elle coule
» meer vervoegingen van couler



Gerelateerd aan vliet

beek - wetering - kreek - lopen - stromen - vlieten - vloeien