Vertaling van wijs

Inhoud:

Nederlands

Frans

mode [v], modus [m], wijs [v] {zn.}

mode [v] (la ~)

Minirokjes zijn uit de mode geraakt.

Les minijupes sont passées de mode.

Korte rokken zijn niet meer in de mode.

Les jupes courtes ne sont plus à la mode.

verstandig, vroed, wijs [v] {bn.}

raisonnable
sage
sensé

deun [m], deuntje [o], melodie [v], wijsje [o], wijs [v] {zn.}

mélodie [v] (la ~)

aanduiden, aangeven, aanwijzen, uitduiden, wijzen {ww.}

indiquer
désigner

ik wijs

laten zien, tentoonspreiden, tonen, vertonen, wijzen, uitwijzen {ww.}

montrer
indiquer
désigner

ik wijs

Wilt u me uw paspoort even laten zien alstublieft?

Voulez-vous me montrer votre passeport, s'il vous plait ?

Kijk goed. Ik zal je laten zien hoe je dit doet.

Regarde bien. Je vais te montrer comment on fait.

Nederlands

Frans

Wijs me de weg, wil je?

Montrez-moi le chemin, voulez-vous ?

De oude man zag er wijs uit.

Le vieil homme avait l'air avisé.

Het is waar dat ze jong is, maar ze is wijs.

Il est vrai qu'elle est jeune, mais elle est sage.