Vertaling van wippen

Inhoud:

Nederlands
Frans
wippen {ww.}
basculer

wij wippen
jullie wippen
zij wippen

nous basculons
vous basculez
ils/elles basculent
» meer vervoegingen van basculer

copuleren, naaien, neuken, vozen, wippen {ww.}
coucher [o]
forniquer
baiser 

wij wippen
jullie wippen
zij wippen

nous couchons
vous couchez
ils/elles couchent
» meer vervoegingen van coucher

kappen, vellen, neervellen, wippen {ww.}
faire tomber 
abattre 

Gerelateerd aan wippen

copuleren - naaien - neuken - vozen - kappen - vellen - neervellen