Vertaling van baan
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
baan , gang , overloop, rijstrook {zn.}
corridoio
baan , breedte {zn.}
larghezza
baan , route , weg {zn.}
strada
via
corsia
pista
cammino
via
corsia
pista
cammino
De weg is lang.
La strada è lunga.
De jongen liep weg.
Il ragazzo corse via.
ambt , baan , betrekking , werkkring , plaats , functie {zn.}
impiego
funzione
funzione
Ik zoek een baan.
Sto cercando un impiego.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Italiaans
Ik zoek een baan.
Sto cercando un impiego.
Ik ben een baan aan het zoeken.
Sto cercando lavoro.
Jouw baan hangt aan een zijden draadje.
Il tuo lavoro è appeso a un filo.
De satelliet bevindt zich in een baan om de maan.
Il satellite è in orbita intorno alla luna.