Vertaling van daar
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
aangezien, daar, omdat, vermits, want, wijl {vw.}
considerato che
visto che
visto che
aldaar, daar, ginder, ginds, daarginds, d'r, er, 'r {bw.}
là
laggiú
li
laggiú
li
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Italiaans
Het is daar.
È lì.
Ik wilde daar naartoe gaan.
Volevo andare lì.
Wat is daar precies gebeurd?
Che cosa è successo lì di preciso?
Mijn familie woont daar al twintig jaar.
La mia famiglia abita qui da vent'anni.
Laten we daar later naar kijken.
Controlliamola più tardi.
Er is een zwaan in het water daar.
C'è un cigno nell'acqua lì.
Die twee daar op de bank waren Amerikanen.
I due uomini seduti sulla panchina erano americani.
Ik ben geen kunstenaar. Daar ben ik helemaal niet geschikt voor.
Non sono un artista. Non ho mai avuto lo spirito per queste cose.
Hoe kom ik (daar, in die stad)?
Per andare a (luogo, città)?
Hoe lang duurt het om daar te komen?
Quanto ci vuole per arrivarci?