Vertaling van kwaad
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
boos, kwaad, toornig, nijdig, verstoord, vertoornd {bn.}
irato
beroerd, kwaad, kwalijk, slecht, verkeerd {bn.}
cattivo
belasteren, kwaadspreken, roddelen {ww.}
calunniare
ik spreek kwaad
jij spreekt kwaad
hij/zij/het spreekt kwaad
io calunnio
tu calunni
lui/lei/Lei calunnia
» meer vervoegingen van calunniare
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Italiaans
Zij werd kwaad.
Si è arrabbiata.
Hij werd kwaad.
Lui si arrabbiò.
Ben je kwaad?
Sei pazzo?
Wat maakte haar zo kwaad?
Cosa l'ha fatta arrabbiare così?
Uw broer is erg kwaad.
Tuo fratello è molto arrabbiato.
Geld is de wortel van alle kwaad.
Il denaro è la radice di tutti i mali.
Hij zou geen vlieg kwaad doen.
Lui non farebbe male a una mosca.
Hij was kwaad op mij omdat ik het had uitgemaakt.
Era infuriato con me perché l'ho lasciato.