Vertaling van slecht
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
slecht {bw.}
male
beroerd, kwaad, kwalijk, slecht, verkeerd {bn.}
cattivo
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Italiaans
Dat was een slecht konijn.
Era un coniglietto cattivo.
Zijn kleren ruiken altijd slecht.
I suoi vestiti fanno sempre cattivo odore.
In de zomer worden eieren rap slecht.
D'estate le uova vanno presto a male.
Mijn Nederlands is slecht
Parlo male l'italiano
Ik weet niet waarom ik zo slecht gehumeurd ben deze morgen.
Non so come mai stamattina sono di cattivo umore.
Anderen bedriegen is slecht, maar jezelf bedriegen is nog veel slechter.
È sbagliato ingannare la gente, ma è peggio ingannare sé stessi.