Vertaling van personen

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
personage [v], persoon (mv. personen) {zn.}
persona
Wie is die persoon?
Chi è questa persona?
Ik ben een persoon.
Sono una persona.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Italiaans

Enkele personen zijn bang voor spinnen.

Alcune persone hanno paura dei ragni.

De volgende personen werden aan de test onderworpen.

Le seguenti persone sono state sottoposte al test.

Een tafel voor (één persoon/twee personen) alstublieft!

Un tavolo per (uno / due) per favore!

De Bijbel draagt ons op om onze naasten én onze vijanden lief te hebben; waarschijnlijk omdat dat in het algemeen dezelfde personen zijn.

La Bibbia ci dice di amare i nostri vicini e anche di amare i nostri nemici; probabilmente perché generalmente sono le stesse persone.


Gerelateerd aan personen

personage - persoon