Vertaling van rijk

Inhoud:

Nederlands
Italiaans
rijk, staat {zn.}
stato
abundant, overvloedig, rijk, uitbundig, volop, weelderig, welig {bn.}
abbondante
gefortuneerd, rijk, vermogend {bn.}
ricco
imperium, rijk, keizerrijk {zn.}
impero


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Italiaans

Wil je rijk zijn?

Vuoi diventare ricco?

Hij werd rijk.

Lui diventò ricco.

Japan is een rijk land.

Il Giappone è un paese ricco.

Ik weet dat ge rijk zijt.

So che siete ricche.

Ik wenste dat ik rijk was.

Vorrei essere ricco.

Als ik rijk was, zou ik naar het buitenland gaan.

Se fossi ricca andrei all'estero.

Ah! Als ik rijk zou zijn, zou ik voor mezelf een huis kopen in Spanje.

Ah! Se fossi ricca, mi comprerei una casa in Spagna.