Vertaling van slaap
Inhoud:
Nederlands
Italiaans
slaap {zn.}
sonno
slaap {zn.}
tempia
maffen, slapen, pitten {ww.}
dormire
ik slaap
io dormo
» meer vervoegingen van dormire
Ik wil slapen.
Voglio dormire.
Je zou moeten slapen.
Dovrebbe dormire.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Italiaans
Slaap je, Tom?
Stai dormendo, Tom?
Slaap lekker, Timmy.
Dormi bene, Timmy.
Ik slaap graag in een zacht bed.
Mi piace dormire su un letto morbido.
Kinderen hebben een hoop slaap nodig.
I bambini hanno bisogno di dormire molto.
Welterusten en slaap lekker!
Buona notte e sogni d'oro!
Doe het licht uit. Ik kan niet in slaap komen.
Spegni la luce. Non riesco a dormire.