Vertaling van Lek

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
lek {bn.}
lek {bn.}
lek {zn.}
lek {zn.}
Het dak is lek.
Het dak is lek.
De band is lek.
De band is lek.
lek, poreus {bn.}
lek
poreus {bn.}
Leek, Lek {eigenn.}
Leek
Lek {eigenn.}
lekken {ww.}
lekken {ww.}

ik lek
jij lekt
hij/zij/het lekt

ik lek
jij lekt
hij/zij/het lekt
» meer vervoegingen van lekken

lekken {ww.}
lekken {ww.}

ik lek
jij lekt
hij/zij/het lekt

ik lek
jij lekt
hij/zij/het lekt
» meer vervoegingen van lekken

inwateren, lekken {ww.}
inwateren
lekken {ww.}

ik water in
jij watert in
hij/zij/het watert in

ik water in
jij watert in
hij/zij/het watert in
» meer vervoegingen van inwateren

lekken, likken {ww.}
lekken
likken {ww.}

ik lek
jij lekt
hij/zij/het lekt

ik lek
jij lekt
hij/zij/het lekt
» meer vervoegingen van lekken

lekken {ww.}
lekken {ww.}

ik lek
jij lekt
hij/zij/het lekt

ik lek
jij lekt
hij/zij/het lekt
» meer vervoegingen van lekken



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Het dak is lek.

Het dak is lek.

De band is lek.

De band is lek.


Gerelateerd aan Lek

lek - poreus - Leek - lekken - inwateren - likkenwegstromen - doorlaten - beroeren - spreken