Vertaling van aanpoten
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
sloven, zwoegen, aanpoten {ww.}
sloven
zwoegen
aanpoten {ww.}
zwoegen
aanpoten {ww.}
ik zal aanpoten
ik zou aanpoten
jij zult aanpoten
ik zal sloven
ik zou sloven
jij zult sloven
» meer vervoegingen van sloven
aanpoten {ww.}
aanpoten {ww.}
ik zal aanpoten
jij zult aanpoten
hij/zij/het zal aanpoten
ik zal aanpoten
jij zult aanpoten
hij/zij/het zal aanpoten
» meer vervoegingen van aanpoten
aanpoten, aanpezen, doorzwoegen, doorwerken {ww.}
aanpoten
aanpezen
doorzwoegen
doorwerken {ww.}
aanpezen
doorzwoegen
doorwerken {ww.}
ik zal aanpezen
jij zult aanpezen
hij/zij/het zal aanpezen
ik zal aanpoten
jij zult aanpoten
hij/zij/het zal aanpoten
» meer vervoegingen van aanpoten