Vertaling van aanvreten

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
aanvreten {ww.}
aanvreten {ww.}

hij/zij/het zal aanvreten
zij zult aanvreten
hij/zij/het zal aanvreten

hij/zij/het zal aanvreten
zij zult aanvreten
hij/zij/het zal aanvreten
» meer vervoegingen van aanvreten

aanvreten {ww.}
aanvreten {ww.}

hij/zij/het zal aanvreten
zij zult aanvreten
hij/zij/het zal aanvreten

hij/zij/het zal aanvreten
zij zult aanvreten
hij/zij/het zal aanvreten
» meer vervoegingen van aanvreten

aanvreten {ww.}
aanvreten {ww.}

hij/zij/het zal aanvreten
zij zult aanvreten
hij/zij/het zal aanvreten

hij/zij/het zal aanvreten
zij zult aanvreten
hij/zij/het zal aanvreten
» meer vervoegingen van aanvreten

bijten, aanvreten, uitvreten, uitbijten, invreten, corroderen, inbijten {ww.}
bijten
aanvreten
uitvreten
uitbijten
invreten
corroderen
inbijten {ww.}

hij/zij/het zal aanvreten
zij zult aanvreten
hij/zij/het zal aanvreten

hij/zij/het zal bijten
zij zullen bijten
hij/zij/het zou bijten
» meer vervoegingen van bijten

Blaffende honden bijten niet.
Blaffende honden bijten niet.
Blaffende honden bijten niet
Blaffende honden bijten niet


Gerelateerd aan aanvreten

bijten - uitvreten - uitbijten - invreten - corroderen - inbijtenaantasten - inwerken