Vertaling van afbikken
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
afbikken, bikken {ww.}
afbikken
bikken {ww.}
bikken {ww.}
ik zal afbikken
jij zult afbikken
hij/zij/het zal afbikken
ik zal afbikken
jij zult afbikken
hij/zij/het zal afbikken
» meer vervoegingen van afbikken
afbikken {ww.}
afbikken {ww.}
ik zal afbikken
jij zult afbikken
hij/zij/het zal afbikken
ik zal afbikken
jij zult afbikken
hij/zij/het zal afbikken
» meer vervoegingen van afbikken