Vertaling van afhuren

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
huren, afhuren, charteren {ww.}
huren
afhuren
charteren {ww.}

ik zal afhuren
jij zult afhuren
hij/zij/het zal afhuren

ik zal huren
jij zult huren
hij/zij/het zal huren
» meer vervoegingen van huren

Ik moet een kamer huren.
Ik moet een kamer huren.
Ik wilde een bus huren.
Ik wilde een bus huren.
afhuren {ww.}
afhuren {ww.}

ik zal afhuren
jij zult afhuren
hij/zij/het zal afhuren

ik zal afhuren
jij zult afhuren
hij/zij/het zal afhuren
» meer vervoegingen van afhuren



Gerelateerd aan afhuren

huren - charterenhuren