Vertaling van afkeren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
afkeren, pareren, afdraaien {ww.}
afkeren
pareren
afdraaien {ww.}
pareren
afdraaien {ww.}
ik zal afdraaien
jij zult afdraaien
hij/zij/het zal afdraaien
ik zal afkeren
jij zult afkeren
hij/zij/het zal afkeren
» meer vervoegingen van afkeren
afdraaien, afkeren, afwenden {zn.}
afdraaien
afkeren
afwenden {zn.}
afkeren
afwenden {zn.}
afwenden, afkeren {ww.}
afwenden
afkeren {ww.}
afkeren {ww.}
ik zal afkeren
ik zou afkeren
jij zult afkeren
ik zal afwenden
ik zou afwenden
jij zult afwenden
» meer vervoegingen van afwenden