Vertaling van pareren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
terugstoten, pareren, terugslaan, afslaan {ww.}
terugstoten
pareren
terugslaan
afslaan {ww.}
pareren
terugslaan
afslaan {ww.}
ik sla af
jij slaat af
hij/zij/het slaat af
ik stoot terug
jij stoot terug
hij/zij/het stoot terug
» meer vervoegingen van terugstoten
pareren {ww.}
pareren {ww.}
ik pareer
jij pareert
hij/zij/het pareert
ik pareer
jij pareert
hij/zij/het pareert
» meer vervoegingen van pareren
afkeren, pareren, afdraaien {ww.}
afkeren
pareren
afdraaien {ww.}
pareren
afdraaien {ww.}
ik draai af
jij draait af
hij/zij/het draait af
ik keer af
jij keert af
hij/zij/het keert af
» meer vervoegingen van afkeren
pareren {ww.}
pareren {ww.}
ik pareer
jij pareert
hij/zij/het pareert
ik pareer
jij pareert
hij/zij/het pareert
» meer vervoegingen van pareren
riposteren, pareren {ww.}
riposteren
pareren {ww.}
pareren {ww.}
ik pareer
jij pareert
hij/zij/het pareert
ik riposteer
jij riposteert
hij/zij/het riposteert
» meer vervoegingen van riposteren