Vertaling van terugstoten
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
terugstoten, pareren, terugslaan, afslaan {ww.}
terugstoten
pareren
terugslaan
afslaan {ww.}
pareren
terugslaan
afslaan {ww.}
ik zal afslaan
ik zou afslaan
jij zult afslaan
ik zal terugstoten
ik zou terugstoten
jij zult terugstoten
» meer vervoegingen van terugstoten