Vertaling van tegenhouden
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
tegenhouden, indijken, inpolderen, indammen {ww.}
tegenhouden
indijken
inpolderen
indammen {ww.}
indijken
inpolderen
indammen {ww.}
ik zal indammen
jij zult indammen
hij/zij/het zal indammen
ik zal tegenhouden
jij zult tegenhouden
hij/zij/het zal tegenhouden
» meer vervoegingen van tegenhouden
Niemand zal ons tegenhouden.
Niemand zal ons tegenhouden.
We dachten dat we hem niet zouden kunnen tegenhouden.
We dachten dat we hem niet zouden kunnen tegenhouden.
tegenhouden {ww.}
tegenhouden {ww.}
ik zal tegenhouden
ik zou tegenhouden
jij zult tegenhouden
ik zal tegenhouden
ik zou tegenhouden
jij zult tegenhouden
» meer vervoegingen van tegenhouden
houden, stoppen, tegenhouden {ww.}
houden
stoppen
tegenhouden {ww.}
stoppen
tegenhouden {ww.}
ik zal houden
jij zult houden
hij/zij/het zal houden
ik zal houden
jij zult houden
hij/zij/het zal houden
» meer vervoegingen van houden
Je moet stoppen met drinken.
Je moet stoppen met drinken.
Ik kon Tom niet stoppen.
Ik kon Tom niet stoppen.
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Nederlands
Niemand zal ons tegenhouden.
Niemand zal ons tegenhouden.
We dachten dat we hem niet zouden kunnen tegenhouden.
We dachten dat we hem niet zouden kunnen tegenhouden.