Vertaling van associëren

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
verbinden, associëren {ww.}
verbinden
associëren {ww.}

ik associeer
jij associeert
hij/zij/het associeert

ik verbind
jij verbindt
hij/zij/het verbindt
» meer vervoegingen van verbinden

We associëren zwart vaak met de dood.
We associëren zwart vaak met de dood.
De nieuwe tunnel zal Brittannië met Frankrijk verbinden.
De nieuwe tunnel zal Brittannië met Frankrijk verbinden.
associëren {ww.}
associëren {ww.}

ik associeer
jij associeert
hij/zij/het associeert

ik associeer
jij associeert
hij/zij/het associeert
» meer vervoegingen van associëren

associëren {ww.}
associëren {ww.}

ik associeer
jij associeert
hij/zij/het associeert

ik associeer
jij associeert
hij/zij/het associeert
» meer vervoegingen van associëren



Gerelateerd aan associëren

verbindenverbinden - samenwerken