Vertaling van bekwaamheid

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
bekwaamheid [v], kundigheid [v] {zn.}
bekwaamheid [v]
kundigheid [v] {zn.}
Zijn muzikale bekwaamheid werd bevorderd in Wenen.
Zijn muzikale bekwaamheid werd bevorderd in Wenen.
vermogen, bekwaamheid [v] {zn.}
vermogen
bekwaamheid [v] {zn.}
De mens heeft het vermogen om te spreken.
De mens heeft het vermogen om te spreken.
bekwaamheid [v] (de ~), kunde [v] (de ~), kundigheid [v] (de ~), competentie [v] (de ~) {zn.}
bekwaamheid [v] (de ~)
kunde [v] (de ~)
kundigheid [v] (de ~)
competentie [v] (de ~) {zn.}


Gerelateerd aan bekwaamheid

kundigheid - vermogen - kunde - competentiegeschiktheid