Vertaling van bevoelen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
voelen, bevoelen, betasten, tasten {ww.}
voelen
bevoelen
betasten
tasten {ww.}
bevoelen
betasten
tasten {ww.}
ik betast
jij betast
hij/zij/het betast
ik voel
jij voelt
hij/zij/het voelt
» meer vervoegingen van voelen
Ze kon haar knieën voelen trillen.
Ze kon haar knieën voelen trillen.
Ge zult u beter voelen als ge dit medicament neemt.
Ge zult u beter voelen als ge dit medicament neemt.
bevoelen, bepotelen, bevingeren, betasten {ww.}
bevoelen
bepotelen
bevingeren
betasten {ww.}
bepotelen
bevingeren
betasten {ww.}
ik bepotel
jij bepotelt
hij/zij/het bepotelt
ik bevoel
jij bevoelt
hij/zij/het bevoelt
» meer vervoegingen van bevoelen