Vertaling van boodschappen

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
boodschappen {zn.}
boodschappen {zn.}
Ik doe iedere morgen boodschappen.
Ik doe iedere morgen boodschappen.
Hij ging boodschappen doen in een warenhuis.
Hij ging boodschappen doen in een warenhuis.
boodschappen, berichten {ww.}
boodschappen
berichten {ww.}

ik bericht
jij bericht
hij/zij/het bericht

ik boodschap
jij boodschapt
hij/zij/het boodschapt
» meer vervoegingen van boodschappen

Het is niet mogelijk vanmiddag de boodschappen te doen omdat de winkels gesloten zijn.
Het is niet mogelijk vanmiddag de boodschappen te doen omdat de winkels gesloten zijn.
boodschappen, boodschap [v] (de ~), inkopen {zn.}
boodschappen
boodschap [v] (de ~)
inkopen {zn.}
Wilt u een boodschap achterlaten?
Wilt u een boodschap achterlaten?
Tom kon de geheime boodschap niet decoderen.
Tom kon de geheime boodschap niet decoderen.
boodschap (mv. boodschappen) [v], opdracht [v], commissie [v] {zn.}
boodschap (mv. boodschappen) [v]
opdracht [v]
commissie [v] {zn.}
Gezien ik hem morgen zal zien kan ik hem een boodschap doorgeven, als je dat wilt.
Gezien ik hem morgen zal zien kan ik hem een boodschap doorgeven, als je dat wilt.
Heb je je opdracht al gemaakt?
Heb je je opdracht al gemaakt?
boodschap (mv. boodschappen) [v], bericht [o] {zn.}
boodschap (mv. boodschappen) [v]
bericht [o] {zn.}
Uw bericht kan niet worden bezorgd bij de volgende personen of distributielijsten.
Uw bericht kan niet worden bezorgd bij de volgende personen of distributielijsten.
Dit bericht maakte Al-Sayib zo woedend, dat hij nogmaals Fanta morste.
Dit bericht maakte Al-Sayib zo woedend, dat hij nogmaals Fanta morste.
boodschap [m] (de ~), bericht [o] (het ~), tijding [v] (de ~), mare [m] (de ~) {zn.}
boodschap [m] (de ~)
bericht [o] (het ~)
tijding [v] (de ~)
mare [m] (de ~) {zn.}
boodschap (mv. boodschappen), zending [v] (de ~), missie [v] (de ~) {zn.}
boodschap (mv. boodschappen)
zending [v] (de ~)
missie [v] (de ~) {zn.}
Die hierboven vermelde zending werd behoorlijk afgeleverd.
Die hierboven vermelde zending werd behoorlijk afgeleverd.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Ik doe iedere morgen boodschappen.

Ik doe iedere morgen boodschappen.

Hij ging boodschappen doen in een warenhuis.

Hij ging boodschappen doen in een warenhuis.

Het is niet mogelijk vanmiddag de boodschappen te doen omdat de winkels gesloten zijn.

Het is niet mogelijk vanmiddag de boodschappen te doen omdat de winkels gesloten zijn.


Gerelateerd aan boodschappen

berichten - boodschap - inkopen - opdracht - commissie - bericht - tijding - mare - zending - missiemededelen - aankoop - mededeling - weergave - opdracht