Vertaling van botsen
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
botsen {ww.}
botsen {ww.}
ik bots
jij botst
hij/zij/het botst
ik bots
jij botst
hij/zij/het botst
» meer vervoegingen van botsen
Egoïsten ontmoeten elkaar niet, ze botsen.
Egoïsten ontmoeten elkaar niet, ze botsen.
botsen, stoten, caramboleren, bonken, aanbotsen {ww.}
botsen
stoten
caramboleren
bonken
aanbotsen {ww.}
stoten
caramboleren
bonken
aanbotsen {ww.}
ik bots aan
jij botst aan
hij/zij/het botst aan
ik bots
jij botst
hij/zij/het botst
» meer vervoegingen van botsen
botsen, collideren, clashen {ww.}
botsen
collideren
clashen {ww.}
collideren
clashen {ww.}
ik bots
jij botst
hij/zij/het botst
ik bots
jij botst
hij/zij/het botst
» meer vervoegingen van botsen