Vertaling van broekspijp

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
pijp [m] (de ~), broekspijp [m] (de ~) {zn.}
pijp [m] (de ~)
broekspijp [m] (de ~) {zn.}
Hij zat daar een pijp te roken.
Hij zat daar een pijp te roken.


Gerelateerd aan broekspijp

pijpdeel - knie