Vertaling van bureau

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
bureau {zn.}
bureau {zn.}
Dit is mijn bureau.
Dit is mijn bureau.
Je horloge ligt op het bureau.
Je horloge ligt op het bureau.
bureau [o], schrijftafel, schrijfbureau {zn.}
bureau [o]
schrijftafel
schrijfbureau {zn.}
Hij bemerkte een brief op de schrijftafel.
Hij bemerkte een brief op de schrijftafel.
Waarom lijkt een raaf op en schrijftafel?
Waarom lijkt een raaf op en schrijftafel?
bureau [o] (het ~), schrijftafel [m] (de ~), schrijfbureau {zn.}
bureau [o] (het ~)
schrijftafel [m] (de ~)
schrijfbureau {zn.}
De schuif van de schrijftafel is open.
De schuif van de schrijftafel is open.
Ik zal om een nieuwe schrijftafel vragen.
Ik zal om een nieuwe schrijftafel vragen.
bureau [o] (het ~) {zn.}
bureau [o] (het ~) {zn.}
Waarom zit je onder het bureau?
Waarom zit je onder het bureau?
Ik maakte een bureau van hout.
Ik maakte een bureau van hout.
kantoor [o], bureau [o], bureel [o] {zn.}
kantoor [o]
bureau [o]
bureel [o] {zn.}
Tot morgen op kantoor.
Tot morgen op kantoor.
Is meneer Jones op kantoor?
Is meneer Jones op kantoor?
kantoor [o] (het ~), bureau [o] (het ~), burelen, bureel {zn.}
kantoor [o] (het ~)
bureau [o] (het ~)
burelen
bureel {zn.}
Ging je gisteren naar kantoor?
Ging je gisteren naar kantoor?
De mensen op kantoor zullen nooit instemmen.
De mensen op kantoor zullen nooit instemmen.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Dit is mijn bureau.

Dit is mijn bureau.

Je horloge ligt op het bureau.

Je horloge ligt op het bureau.

Waarom zit je onder het bureau?

Waarom zit je onder het bureau?

Ik maakte een bureau van hout.

Ik maakte een bureau van hout.

Nick moet niet naar mijn bureau komen.

Nick moet niet naar mijn bureau komen.

De bureau is gemaakt uit hout.

De bureau is gemaakt uit hout.

Er ligt een pen op het bureau.

Er ligt een pen op het bureau.

Het horloge op het bureau is van mij.

Het horloge op het bureau is van mij.

Was er zo-even een boek op het bureau?

Was er zo-even een boek op het bureau?

Ik heb een briefje op mijn bureau gevonden, maar ik weet niet van wie het is.

Ik heb een briefje op mijn bureau gevonden, maar ik weet niet van wie het is.

Ik ben maar één werkdag weggeweest vanwege een verkoudheid en er liggen stapels papier op mijn bureau.

Ik ben maar één werkdag weggeweest vanwege een verkoudheid en er liggen stapels papier op mijn bureau.


Gerelateerd aan bureau

schrijftafel - schrijfbureau - kantoor - bureel - burelentafel - sectie - instelling