Vertaling van centrum

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
centrum [o], binnenste [o], middelpunt {zn.}
centrum [o]
binnenste [o]
middelpunt {zn.}
Hij had zijn hemd binnenste buiten aan.
Hij had zijn hemd binnenste buiten aan.
Het binnenste van een granaat is tamelijk groot.
Het binnenste van een granaat is tamelijk groot.
centrum [o] (het ~), middelpunt [o] (het ~) {zn.}
centrum [o] (het ~)
middelpunt [o] (het ~) {zn.}
Het stadhuis is in het centrum.
Het stadhuis is in het centrum.
In het centrum
In het centrum
centrum [o] (het ~) {zn.}
centrum [o] (het ~) {zn.}
Het Marktplein is het historische centrum van de stad.
Het Marktplein is het historische centrum van de stad.
stadscentrum [o] (het ~), centrum [o] (het ~), binnenstad [m] (de ~), stadskern [m] (de ~), city [m] (de ~) {zn.}
stadscentrum [o] (het ~)
centrum [o] (het ~)
binnenstad [m] (de ~)
stadskern [m] (de ~)
city [m] (de ~) {zn.}
Er zijn veel hotels in de binnenstad.
Er zijn veel hotels in de binnenstad.
Ik ga naar het stadscentrum.
Ik ga naar het stadscentrum.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Het stadhuis is in het centrum.

Het stadhuis is in het centrum.

In het centrum

In het centrum

Het Marktplein is het historische centrum van de stad.

Het Marktplein is het historische centrum van de stad.


Gerelateerd aan centrum

binnenste - middelpunt - stadscentrum - binnenstad - stadskern - citymidden - instelling - wijk