Vertaling van co-
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
samen-, samen, aaneen-, co-, aaneen {zn.}
samen-
samen
aaneen-
co-
aaneen {zn.}
samen
aaneen-
co-
aaneen {zn.}
We lunchen vaak samen.
We lunchen vaak samen.
We hadden veel plezier samen.
We hadden veel plezier samen.