Vertaling van dekking

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
dekking [v], bevruchting [v] {zn.}
dekking [v]
bevruchting [v] {zn.}
De inbreker brak in het huis onder dekking van de nacht.
De inbreker brak in het huis onder dekking van de nacht.
dekking [v], hulsel, bedekking [v], dek [o] {zn.}
dekking [v]
hulsel
bedekking [v]
dek [o] {zn.}
dekking [v], bevruchting [v] {zn.}
dekking [v]
bevruchting [v] {zn.}
dekking [v] (de ~) {zn.}
dekking [v] (de ~) {zn.}
dekking [v] (de ~) {zn.}
dekking [v] (de ~) {zn.}
dekking {zn.}
dekking {zn.}
dekking [v] (de ~) {zn.}
dekking [v] (de ~) {zn.}


Gerelateerd aan dekking

bevruchting - hulsel - bedekking - dekbescherming - borg - afweer - conceptie