Vertaling van extra
						Inhoud:
						
Nederlands
Nederlands
extra, op de koop toe {bw.}
extra
op de koop toe {bw.}
op de koop toe {bw.}
extra {bn.}
extra {bn.}
bijzonder, extra {bw.}
bijzonder
extra {bw.}
extra {bw.}
aanvullend, extra, meer, nog een {bn.}
aanvullend
extra
meer
nog een {bn.}
extra
meer
nog een {bn.}
additioneel, extra, supplementair {bn.}
additioneel
extra
supplementair {bn.}
extra
supplementair {bn.}
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Nederlands
We hebben geen extra geld.
We hebben geen extra geld.
Tom bewaart een extra paar schoenen in de achterbak van zijn auto.
Tom bewaart een extra paar schoenen in de achterbak van zijn auto.