Vertaling van bijzonder
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
bijzonder, buitengewoon {bn.}
bijzonder
buitengewoon {bn.}
buitengewoon {bn.}
bijzonder, extra {bw.}
bijzonder
extra {bw.}
extra {bw.}
bijzonder, buitengewoon {bw.}
bijzonder
buitengewoon {bw.}
buitengewoon {bw.}
bijzonder, speciaal {bn.}
bijzonder
speciaal {bn.}
speciaal {bn.}
bijzonder, danig, duchtig, geducht, schromelijk {bw.}
bijzonder
danig
duchtig
geducht
schromelijk {bw.}
danig
duchtig
geducht
schromelijk {bw.}
afgezonderd, afzonderlijk, bijzonder, los, apart, separaat, los van elkaar {bn.}
afgezonderd
afzonderlijk
bijzonder
los
apart
separaat
los van elkaar {bn.}
afzonderlijk
bijzonder
los
apart
separaat
los van elkaar {bn.}
bijster, bijzonder, heel, erg, terdege, zeer {bw.}
bijster
bijzonder
heel
erg
terdege
zeer {bw.}
bijzonder
heel
erg
terdege
zeer {bw.}
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Nederlands
Antieke vloerkleden zijn bijzonder waardevol.
Antieke vloerkleden zijn bijzonder waardevol.
Het is vandaag bijzonder heet.
Het is vandaag bijzonder heet.
Je bent heel bijzonder
Je bent heel bijzonder
Ik hou van muziek, in het bijzonder van klassieke muziek.
Ik hou van muziek, in het bijzonder van klassieke muziek.
Het product is bijzonder veelzijdig.
Het product is bijzonder veelzijdig.