Vertaling van speciaal

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
in het bijzonder, inzonderheid, speciaal, vooral {bw.}
in het bijzonder
inzonderheid
speciaal
vooral {bw.}
snel, speciaal {bn.}
snel
speciaal {bn.}
bijzonder, speciaal {bn.}
bijzonder
speciaal {bn.}
apart, buitengemeen, buitengewoon, extra-ordinair, extraordinair, onalledaags, ongemeen, ongewoon, speciaal, bijzonder {bn.}
apart
buitengemeen
buitengewoon
extra-ordinair
extraordinair
onalledaags
ongemeen
ongewoon
speciaal
bijzonder {bn.}
vooral, juist, speciaal {bw.}
vooral
juist
speciaal {bw.}