Vertaling van foeteren
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
uitvaren, tieren, fulmineren, razen, foeteren {ww.}
uitvaren
tieren
fulmineren
razen
foeteren {ww.}
tieren
fulmineren
razen
foeteren {ww.}
ik foeter
jij foetert
hij/zij/het foetert
ik vaar uit
jij vaart uit
hij/zij/het vaart uit
» meer vervoegingen van uitvaren
sakkeren, foeteren {ww.}
sakkeren
foeteren {ww.}
foeteren {ww.}
ik foeter
jij foetert
hij/zij/het foetert
ik sakker
jij sakkert
hij/zij/het sakkert
» meer vervoegingen van sakkeren