Vertaling van geest
verstand {zn.}
verstand
intellect {zn.}
spook
verschijning
fantoom
schim
geestverschijning {zn.}
ziel
gemoed {zn.}
Voorbeelden in zinsverband
De geest is gewillig, maar het vlees is zwak.
De geest is gewillig, maar het vlees is zwak.
Ze mogen dan arm zijn, maar zijn rijk van geest.
Ze mogen dan arm zijn, maar zijn rijk van geest.
Wij zijn één van geest
Wij zijn één van geest
De geest beweegt de massa
De geest beweegt de massa
Een gezonde geest in een gezond lichaam
Een gezonde geest in een gezond lichaam
Tom denkt dat zijn computer bezeten is door een boze geest.
Tom denkt dat zijn computer bezeten is door een boze geest.
De geest voedt zich van binnenuit
De geest voedt zich van binnenuit
Kennis is het licht van de geest
Kennis is het licht van de geest
Zalig zijn de armen van geest
Zalig zijn de armen van geest
De mijnwerker vroeg de geest uit de lamp om een gelukkig leven.
De mijnwerker vroeg de geest uit de lamp om een gelukkig leven.
Het is een geest, en ik ben de enige die met hem kan praten.
Het is een geest, en ik ben de enige die met hem kan praten.
Wat we nodig hebben is niet een intelligente geest die spreekt, maar een geduldig hart dat luistert.
Wat we nodig hebben is niet een intelligente geest die spreekt, maar een geduldig hart dat luistert.
Een gezonde geest kan niet leven in een droog lichaam
Een gezonde geest kan niet leven in een droog lichaam
Een daad maakt een persoon niet schuldig, tenzij de geest schuldig is.
Een daad maakt een persoon niet schuldig, tenzij de geest schuldig is.
Wat een plompe geest! Ik vermoed dat het een Nederlander was
Wat een plompe geest! Ik vermoed dat het een Nederlander was