Vertaling van geneesmiddel

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
geneesmiddel {zn.}
geneesmiddel {zn.}
Het effect van het geneesmiddel was bewonderenswaardig.
Het effect van het geneesmiddel was bewonderenswaardig.
medicijn, geneesmiddel, artsenij [v] {zn.}
medicijn
geneesmiddel
artsenij [v] {zn.}
Dit medicijn smaakt bitter.
Dit medicijn smaakt bitter.
Dit medicijn smaakt bitter.
Dit medicijn smaakt bitter.
medicijn [o] (het ~), medicament [o] (het ~), geneesmiddel [o] (het ~), heelmiddel, farmacon {zn.}
medicijn [o] (het ~)
medicament [o] (het ~)
geneesmiddel [o] (het ~)
heelmiddel
farmacon {zn.}
Slachten is het beste medicijn.
Slachten is het beste medicijn.
Het medicament heeft haar leven gered.
Het medicament heeft haar leven gered.


Gerelateerd aan geneesmiddel

medicijn - artsenij - medicament - heelmiddel - farmaconmiddel