Vertaling van geslachtsapparaat

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
geslacht [o] (het ~), geslachtsapparaat, geslachtsdeel [o] (het ~), geslachtsorgaan [o] (het ~) {zn.}
geslacht [o] (het ~)
geslachtsapparaat
geslachtsdeel [o] (het ~)
geslachtsorgaan [o] (het ~) {zn.}
Ze hebben een geit geslacht als offer voor God.
Ze hebben een geit geslacht als offer voor God.


Gerelateerd aan geslachtsapparaat

geslacht - geslachtsdeel - geslachtsorgaanorgaan - voortplantingsorgaan