Vertaling van glasplaat

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
glasplaat {zn.}
glasplaat {zn.}
glas [o] (het ~), glasplaat [m] (de ~) {zn.}
glas [o] (het ~)
glasplaat [m] (de ~) {zn.}
Bierflesjes zijn van glas.
Bierflesjes zijn van glas.
Hij leegde zijn glas.
Hij leegde zijn glas.


Gerelateerd aan glasplaat

glasplaatje