Vertaling van gondel

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
gondel [m] (de ~) {zn.}
gondel [m] (de ~) {zn.}
schuitje [o], gondel {zn.}
schuitje [o]
gondel {zn.}
We zitten in hetzelfde schuitje.
We zitten in hetzelfde schuitje.
gondel [m] (de ~) {zn.}
gondel [m] (de ~) {zn.}
gondel [m] (de ~) {zn.}
gondel [m] (de ~) {zn.}
gondel [m] (de ~) {zn.}
gondel [m] (de ~) {zn.}
prostituee [v] (de ~), slons [v] (de ~), snol [v] (de ~), temeier, kalle, lichtekooi [v] (de ~), hoer [v] (de ~), hip, gondel, cocotte, prostituée {zn.}
prostituee [v] (de ~)
slons [v] (de ~)
snol [v] (de ~)
temeier
kalle
lichtekooi [v] (de ~)
hoer [v] (de ~)
hip
gondel
cocotte
prostituée {zn.}
gondelen {ww.}
gondelen {ww.}

ik gondel
jij gondelt
hij/zij/het gondelt

ik gondel
jij gondelt
hij/zij/het gondelt
» meer vervoegingen van gondelen


Gerelateerd aan gondel

synoniemen

schuitje - prostituee - slons - snol - temeier - kalle - lichtekooi - hoer - hip - cocotte - prostituée - gondelen

verwante termen

lift - boot - mand - cabine - vrouw - varen - uitgaansgelegenheid