Vertaling van graven
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
graven, woelen, spitten {ww.}
graven
woelen
spitten {ww.}
woelen
spitten {ww.}
ik graaf
jij graaft
hij/zij/het graaft
ik graaf
jij graaft
hij/zij/het graaft
» meer vervoegingen van graven
Op een mooie lentedag, toen Jan in de zandbak in de achtertuin aan het graven was, vond hij een klein doosje. In het doosje zat een blinkende stiletto met een geheimzinnig…
Op een mooie lentedag, toen Jan in de zandbak in de achtertuin aan het graven was, vond hij een klein doosje. In het doosje zat een blinkende stiletto met een geheimzinnig…
Graven {eigenn.}
Graven {eigenn.}
graven, delven {ww.}
graven
delven {ww.}
delven {ww.}
ik delf
jij delft
hij/zij/het delft
ik graaf
jij graaft
hij/zij/het graaft
» meer vervoegingen van graven
graaf {zn.}
graaf {zn.}
graaf {zn.}
graaf {zn.}
graf {zn.}
graf {zn.}
Ik aarzelde om zijn graf te verlaten.
Ik aarzelde om zijn graf te verlaten.
Mijn vroegere lerares Engels draait zich nu zeker weten om in haar graf.
Mijn vroegere lerares Engels draait zich nu zeker weten om in haar graf.