Vertaling van hall

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
Hall {eigenn.}
Hall {eigenn.}
hal [m] (de ~), vestibule [m] (de ~), hall [m] (de ~) {zn.}
hal [m] (de ~)
vestibule [m] (de ~)
hall [m] (de ~) {zn.}
Er loopt een mier in de hal.
Er loopt een mier in de hal.
Vanuit de hal kun je naar de woonkamer, de keuken en de wc, of met de trap naar boven, waar de slaapkamers en de badkamer zijn.
Vanuit de hal kun je naar de woonkamer, de keuken en de wc, of met de trap naar boven, waar de slaapkamers en de badkamer zijn.


Gerelateerd aan hall

Hall - hal - vestibulevertrek