Vertaling van harmonie

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
harmonie [v], eendracht [v], samenklank {zn.}
harmonie [v]
eendracht [v]
samenklank {zn.}
We moeten leren in harmonie leven met de natuur.
We moeten leren in harmonie leven met de natuur.
Waar harmonie is, daar heerst victorie
Waar harmonie is, daar heerst victorie
akkoord [o], harmonie [m] (de ~), eendracht [m] (de ~), eensgezindheid [v] (de ~), overeenkomst [v] (de ~), concordantie [v] (de ~), uniformiteit [v] (de ~), enigheid, eenstemmigheid [v] (de ~), unanimiteit [v] (de ~), conformiteit, overeenstemming [v] (de ~) {zn.}
akkoord [o]
harmonie [m] (de ~)
eendracht [m] (de ~)
eensgezindheid [v] (de ~)
overeenkomst [v] (de ~)
concordantie [v] (de ~)
uniformiteit [v] (de ~)
enigheid
eenstemmigheid [v] (de ~)
unanimiteit [v] (de ~)
conformiteit
overeenstemming [v] (de ~) {zn.}
Door eensgezindheid groeien kleine dingen", "Eendracht maakt macht
Door eensgezindheid groeien kleine dingen", "Eendracht maakt macht
Harmonie onder haar bewoners is de dikste muur van elke stad
Harmonie onder haar bewoners is de dikste muur van elke stad
harmonie [m] (de ~) {zn.}
harmonie [m] (de ~) {zn.}
harmonie {zn.}
harmonie {zn.}


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

We moeten leren in harmonie leven met de natuur.

We moeten leren in harmonie leven met de natuur.

Waar harmonie is, daar heerst victorie

Waar harmonie is, daar heerst victorie

Harmonie onder haar bewoners is de dikste muur van elke stad

Harmonie onder haar bewoners is de dikste muur van elke stad