Vertaling van hatelijkheid
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
hatelijkheid {zn.}
hatelijkheid {zn.}
hatelijkheid {zn.}
hatelijkheid {zn.}
streek, stekeligheid , venijnigheid , hatelijkheid {zn.}
streek
stekeligheid
venijnigheid
hatelijkheid {zn.}
stekeligheid
venijnigheid
hatelijkheid {zn.}
Hij kent de streek op zijn duimpje.
Hij kent de streek op zijn duimpje.
hatelijkheid {zn.}
hatelijkheid {zn.}