Vertaling van iedere keer

Inhoud:

Nederlands
Nederlands
voortdurend, voortdurend, altijd, altijd, te allen tijde, te allen tijde, constant, constant, steeds, steeds, immer, immer, continu, continu, almaar, almaar, standvastig, standvastig, onafgebroken, onafgebroken, altoos, altoos, steevast, steevast, permanent, permanent, iedere keer, iedere keer, alsmaar, alsmaar, elke keer, elke keer, immermeer, immermeer
voortdurend
voortdurend
altijd
altijd
te allen tijde
te allen tijde
constant
constant
steeds
steeds
immer
immer
continu
continu
almaar
almaar
standvastig
standvastig
onafgebroken
onafgebroken
altoos
altoos
steevast
steevast
permanent
permanent
iedere keer
iedere keer
alsmaar
alsmaar
elke keer
elke keer
immermeer
immermeer


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Nederlands

Iedere keer als het regent, lekt het dak.

Iedere keer als het regent, lekt het dak.

Iedere keer dat hij ontsnapte keerde hij terug naar dit gebied.

Iedere keer dat hij ontsnapte keerde hij terug naar dit gebied.