Vertaling van kalven
Inhoud:
Nederlands
Nederlands
kalven {ww.}
kalven {ww.}
ik kalf
jij kalft
hij/zij/het kalft
ik kalf
jij kalft
hij/zij/het kalft
» meer vervoegingen van kalven
afkalven, kalven {ww.}
afkalven
kalven {ww.}
kalven {ww.}
hij/zij/het kalft af
zij kalven af
ik kalf
hij/zij/het kalft
zij kalven
ik kalf
» meer vervoegingen van kalven