Vertaling van keus
keuze {zn.}
keus
verkiezing
keur
optie {zn.}
optie
keuzemogelijkheid {zn.}
keu {zn.}
keu
biljartkeu {zn.}
Voorbeelden in zinsverband
Ik heb geen keus.
Ik heb geen keus.
Ik kreeg de keus tussen thee en koffie.
Ik kreeg de keus tussen thee en koffie.
"Nou..." zuchtte Dima, keerde zich vervolgens naar de verkoopster en wierp haar een moordzuchtige blik toe, "ik geloof dat ik nu geen keus heb..."
"Nou..." zuchtte Dima, keerde zich vervolgens naar de verkoopster en wierp haar een moordzuchtige blik toe, "ik geloof dat ik nu geen keus heb..."
"Ik kan niet zeggen dat ik dat een erg leuke keus vind," zuchtte Dima. "Om eerlijk te zijn, is het de hele tijd al wazig in mijn hoofd sinds ik vanochtend wakker werd in een vuilcontainer..."
"Ik kan niet zeggen dat ik dat een erg leuke keus vind," zuchtte Dima. "Om eerlijk te zijn, is het de hele tijd al wazig in mijn hoofd sinds ik vanochtend wakker werd in een vuilcontainer..."